Dagelijkse Zeep
- Geej se lèllike voel hod!
- Coldplay are just four friends trying to make great music ~ Will Champion
- "Schrijvers godverdomme, sjotschoenen thuis gelaten of hoe zit dat hier? Stuk miserie man"
- ik voel de brui al hangen
- Leg je gsm steeds in een andere kamer
- 'Filip Joos vraagt of iemand in Brussel hem kan horen, spijtig genoeg wel.'
- Der jammerlappen beim Treppengeländer rutschen... Ist nochmal gut gegangen
- ik heb de opmerkingen van Han en Sacha verwerkt in de fractie van de BBQ Natuurlijk is je partner ook van harte welkom
- Sjantallllll
- Als Trump zijn kop een WC was ging ik in het veld schijten .
- De eerste ... is op de maan geland. Hij was met elastiekjes aan het spelen .
- Ne perdez plus de potentiels prospects grâce à un site internet pro
- Ambrosius Snelvijs, broer vàn, vult zaterdagnamiddagen met het tellen van vallende mensen en dit schematisch uit te tekenen in een notaboekje
- trapézlemez készitése forgalmazása
- BOO LAH FRICKLE FRECKLE!!!
- Verknoei je tijd op een nuttige manier!
Situatieschets: De Kneutersen hebben ongewenst bezoek gehad. Inbrekers. Helaas voor hen stond Jos net die nacht op uitkijk, omdat hij verwacht had dat buurman Firmin zich kwam wreken voor het jatten van diens enige roos. Het was niet Firmin die ongewenst op bezoek kwam, maar het was een drietal ongure types. Twee van hen waren kunnen vluchten, de derde had de pech om in Jos' armen te lopen. Jos kan dan wel vredelievend zijn, op de verkeerde momenten kan hij echter lelijk uit zijn slof schieten. De inbreker had er flink van langs gekregen en diende te worden afgevoerd naar het ziekenhuis. Eigen schuld, zou elk nuchter denkend mens dan denken, maar de inbreker had klacht neergelegd wegens slagen en verwondingen en Jos moest voor de rechter komen via snelrecht...
Meestal is Jos de rust zelve. Maar deze keer niet. Waar gaat hij op die korte tijd nog een advocaat vinden?
Die vorte inbreker was daar wel al in geslaagd. En Jos had hem serieus toegetakeld! Dit is niet goed!
Jos loopt thuis te ijsberen. Advocaten kosten geld en dat vuil schorem kent de andere kant van de wet veel beter dan hij. En zij kunnen door hun sinistere bezigheden ook een advocaat betalen. Wat nu, wat nu, wat nu!?
De redding kon wel eens uit onverwachte hoek komen...
Kenny komt op bezoek. Hij komt binnen via de achterdeur en wil richting trap gaan, om naar de kamer van Patricia te gaan. In het passeren groet hij Jos, maar die antwoordt niet of nauwelijks.
Kenny gaat dan maar naar boven. Op Patricia's kamer aangekomen vraagt hij wat er met Jos scheelt. Patricia legt het voorval van de inbrekers uit, en zegt erbij dat er een rechtszaak van komt. En Jos weet niet wat hij ermee moet doen.
“Onze Benny kan hem helpen”, zegt Kenny.
“Ahja, dat komt goed uit!”, antwoordt Patricia.
Kenny's broer is onlangs afgestudeerd als advocaat en wacht op een eerste klant. Dit zou een mooi toeval zijn!
Kenny gaat weer naar beneden en gaat bij Jos in de woonkamer zitten. Patricia volgt.
In de woonkamer vinden we Jos die met de handen in het gezicht in de zetel zit.
“Jos?”, probeert Kenny voorzichtig.
“Ja wat is 't...” antwoordt Jos.
“Patricia heeft me uitgelegd wat er gebeurd is. Ik kan je helpen.”
“Hoe dan?” vraagt Jos.
“Mijn broer is pas afgestudeerd als advocaat. Hij kan een goeie kees wel gebruiken om te starten!”
“Uw broer...”
“Ja, onze Benny.”
Jos lacht. “Benny? Uw broer heet Benny, Kenny? Hebt ge misschien nog een zus die Jenny heet? Hahaha!”
“Ja”, antwoordt Patricia, "zijn broer noemt Benny."
Jos krult zich de tenen bij het aanhoren van deze ongelooflijk domme, irritante taalverloedering maar blijft rustig.
“Oh... Okee. Maar ik kan geen advocaat betalen, Kenny. Dat is het grote probleem. Silla en ik zijn een zaak op poten aan het zetten en we hebben nu niet echt geld beschikbaar voor andere onkosten!”
“Neenee, geen paniek. Onze Benny is pas uit en werkt voorlopig heel graag pro deo!”
“Wat deo, pro deo... deodorant is voor jeanetten! En vindt ge dat ik stink of wa!?”
Kenny blijft, ondanks de zoveelste verwijzing naar nichterigheid, kalm en antwoordt: “Pro deo betekent dat de advocaat gratis werkt. Voor Benny zou dit een zeer mooie zaak zijn en ik denk wel dat hij dat wil doen. Ik zal 'm eens bellen.”
Kenny neemt zijn roze gsm en tikt op het scherm. Enkele tellen later is hij in gesprek met zijn broer. Aan de uitdrukking op zijn gezicht te zien lijkt het gesprek positief. Het lucht Jos op. Op dat moment geeft Kenny zijn gsm aan Jos, omdat Benny hem wil spreken.
Het is een constructief gesprek. Benny is enthousiast en wil deze zaak inderdaad pro deo doen.
Benny zegt nog: “ik mag eigenlijk zulke dingen niet zeggen, maar ik had hetzelfde gedaan. Bij mij mogen ze binnen komen, maar als ik ze betrap, gaan ze in een houten jas terug naar buiten, dat is een belofte!!”
Jos heeft een goed gevoel bij de zaak. Aangezien het bijna Kerstmis is past dat goede gevoel wel!
Het is vrijdag. De laatste vrijdag voor Kerstmis en het is de dag van de rechtszaak. Jos en Benny zitten klaar op hun stoelen, zeer zelfzeker. Silla zit achter hen te wiebelen op haar stoel. Jos wordt wel een beetje zenuwachtig als hij de deur hoort, gevolgd door voetstappen. Het is de inbreker die hij een ongevraagde make-over heeft gegeven. Wat ziet hij eruit! Een gezwollen kaak, één oog is paars en die zit helemaal dicht.
Op zijn voorhoofd plakt een steriel compres. Hij mankt. Jos ziet nu pas dat hij een kruk vast heeft en dat zijn rechterbeen in een soort gips zit. Eén hand zit in het verband. De man maakt oogcontact met Jos. Zijn ogen branden als vuur! Het maakt indruk, maar Jos laat het niet merken.
Wanneer de inbreker zijn mondmasker afneemt is te zien dat zijn lippen paars en dik zijn. Dan richt hij zijn kruk op en wijst naar Jos, en brabbelt iets. Jos verstaat er geen hol van. Het lijkt een andere taal te zijn en de opgezwollen lippen, die amper van elkaar geraken, zijn ook niet echt bevorderlijk om verstaanbaar te spreken.
Jos zwijgt en Benny geeft ook geen kik. De advocaat van de inbreker zegt wel iets, legt de handen op de schouders van zijn cliënt en stuurt hem naar hun stoelen.
De rechter komt binnen. Het wordt spannend nu. De rechter opent de zaak, tussen Jos Kneuters en een naam die niet te verstaan is.
Al meteen (vandaar de naam “snelrecht” zeker?) richt hij zich tot Jos. En hij vraagt: “Heeft u iets te zeggen over uw optreden? Heeft u gezien hoe u die man heeft toegetakeld?”
“Ja dat heb ik gezien. Ferm he!”
“Mijnheer Kneuters, ik zou een beetje meer respect tonen als ik van u was.”
Jos antwoordt dat die kerel daar niks te zoeken had. “Het is gewoon zijn eigen schuld!”
“En hoe komt het dat u op dat moment wakker was?” vraagt de rechter.
Jos zucht en doet het verhaal van de gepikte roos uit de doeken, en legt uit dat hij dit wou goedmaken maar dat Firmin daar geen oren naar had. Hij zou het hen nog betaald zetten en Jos had zich hierop voorbereid. Meer niet. Maar dit was een ongelooflijk toeval en dat had hij niet verwacht. Desondanks vindt hij niet dat hij verkeerd was. Nogmaals: “Die mannen hadden daar niks te zoeken!”
Na even overleg antwoordt de verdediging dat Jos maar had moeten zorgen dat er niemand in dat kot binnen kon, dat hij zijn huis en omgeving beter had moeten beveiligen. Dan was dit ook niet gebeurd.
Jos weet niet wat hij hoort en wordt kwaad.
“Weet ge wat dààrvan is, grotmiljaar!?” vaart Jos uit, “Ik zal het u eens zeggen! Die Misjnitski had zich dan ook maar beter moeten beveiligen, hij had maar bescherming moeten dragen, scheenbeschermers en een helm en dergelijke, dan was hij nu zo niet toegetakeld! 't Is zijn eigen schuld grotverdomme!”
Zowel Benny als de rechter hebben hier geen antwoord op. De verdedigende advocaat en de inbreker zelf ook niet. Ze zitten met de mond vol tanden afwisselend naar Jos en de rechter te kijken.
Na een aarzeling zegt de rechter dat hij hier niets aan toe te voegen heeft. En Jos krijgt gelijk!
De zaak wordt bepleit in het voordeel van Jos. Wat goed!
Helaas is er door de corona-pandemie geen café open en kan de overwinning niet gevierd worden.
Jos bedankt Benny. Moest het ooit voorvallen dat er weer een advocaat nodig is, dan zou hij hem zeker contacteren. Opgelucht rijden Jos en Silla weer naar huis.
Ma is thuis begonnen aan de kerstversieringen. De halve tafel staat vol dozen met daarin allerlei slingers, kerstballen, lampjes en gipsen beeldjes.
Aan de andere helft van de tafel, op de kop, zit Pa de krant te lezen en aan de zijkant zit Anthony een kaartspelletje te spelen. Hij speelt een spelletje wat hij zelf ooit eens bedacht heeft.
Het is belangrijk dat u als lezer duidelijk meekrijgt dat Anthony,
het spel wat hij aan het spelen is, zelf ooit eens bedacht heeft.
Daarom herhalen we het nog eens: hij heeft het spelletje wat hij aan het spelen is, zelf ooit eens bedacht.
In dit door Anthony zelf bedacht spel liggen er drie rijen van drie kaarten op tafel en moet je telkens twee kaarten met dezelfde waarde zoeken. Deze twee kaarten moeten dan afgedekt worden met een kaart. Zo gaat dat verder, en als je het goed speelt blijft er één kaart van de stapel over. Je kijkt welke waarde deze kaart heeft en zoekt dezelfde waarde terug in de negen stapeltjes. Met die kaart moet je beginnen om terug alles weg te pakken tot de negen stapeltjes weggewerkt zijn.
Silla ziet hem bezig en vraagt wat hij aan het doen is, terwijl ze over hem en over de kaarten heen leunt.
“Oh, een spelletje, ik heb dit zelf eens bedacht, vroeger”, legt fier Anthony uit. Fier omdat hij dat spel zelf ooit bedacht heeft. En hij wil heel trots de spelregels uitleggen, want het is een tof spelletje, en hij heeft het zelf ooit bedacht: “De bedoeling is dat je twee kaarten met dezelfde waarde..."
Silla laat hem niet uitspreken en zegt geïrriteerd: “Gij speelt dat helemaal verkeerd. Gij moet dié kaart dààr leggen en dan die dààr! En als ge een Koning hebt liggen moet ge kijken of ge een joker hebt en als ge die hebt moet ge die op de Koning leggen en anders moet ge die stapel wegnemen! Zó werkt dat spel. Gij speelt het helemaal verkeerd!"
Meent ze dit nu? Aan de verveelde blik op haar gezicht te zien wel. En Anthony verdedigt zich.
Overdreven theatraal wijzend naar de kaarten en naar zichzelf zegt hij: “Euh nee dus. Dit spel heb ik zelf ooit eens bedacht. Ik. Zelf. Ikzelf. Dit is een zelf bedacht spel, door MIJ bedacht dus. Dit. Dit spel. Dus IK heb dít spel dus ooit eens ZELF BEDACHT en de regels van dít spel heb ik dus óók ZELF BEDACHT. Het zou kunnen dat het lijkt op een spel wat gij kent, maar welk, dat weet ik niet en dat is trouwens iets anders dan dit wat ik nu speel. Want dít, het spel wat ik nu dus speel, dít dus, is een zelfbedacht spel door mij-zelf be-dacht en dat heb ik dus zelf bedacht. Ik. Ik, heb dít bedacht. De spelregels van dit spel heb ik vroeger zelffffffff eens bedacht. Het lijkt misschien op Negenennegentigen, maar dat is NIET DÍT! Want dít is namelijk iets wat ikzelf ooit eens bedacht heb. Ik. Ikzelf dus. Het is dus met andere woorden een spel wat IK zelf heb bedacht. Zelf bedacht dus, door mij. Dit, dit spel, heb ik, bedacht. IK-ZELF!”
Silla richt zich terug op en mompelt , rollend met de ogen, de wenkbrauwen gefronst, zuchtend, hoofdschuddend en welgemeend: "... Gij speelt dat spel helemaal verkeerd..."
Ze draait zich richting salon, en laat er alweer eentje vliegen. Pa wil nog zeggen dat ze haar scheten omwille van corona in haar elleboog of knieholte moet laten, maar ook hij ziet dat ze niet echt vrolijk is. Dus grapjes maken doen ze dan best niet.
Silla gaat in de zetel zitten. Anthony kijkt naar zijn kaarten en dan naar Silla. Ze heeft nog steeds de onweerachtige mimiek op haar gezicht. Heeft ze zich zonet echt druk gemaakt omwille van het zelfbedachte spel van Anthony, wat ze helemaal verkeerd begrepen heeft?
Anthony neemt de stapeltjes kaarten van tafel, schudt ze en legt opnieuw negen kaarten in hun beginpositie.
Vanuit de zetel klinkt er een geïrriteerd “tsik”-geluid, gevolgd door een diepe zucht. Anthony kijkt naar Silla. Met half gesloten ogen draait ze haar gezicht weg.
“Vervelend mens”, denkt Anthony. Zo kent hij haar niet. Waarom is ze zo geprikkeld?
Jos komt met twee mokken warme chocomelk in de woonkamer binnen en gaat ook in één van de zetels zitten. Hij begint een gesprek met Silla.
Ma is te druk bezig met de kerstboom te versieren en Anthony speelt met volle aandacht zijn zelfbedacht kaartspelletje, dus niemand let erop wat er gezegd wordt. Het lijkt een serieus onderwerp wat er afgehandeld wordt, dat wel...
Jos trekt plots alle aandacht naar zich toe wanneer hij luid zegt: “Oh! Maar dan moeten we dringend een naam bedenken!!”
Pa, Ma en Anthony kijken om en zien Silla over haar buik wrijven. “Dat moeten we inderdaad”, zegt ze...
Aflevering 53 kwam tot stand door samenraapsels van W. Scudellari, Danny29+, Goot en Shunt. Wil jij meeschrijven aan de volgende aflevering? Klik hier!
Epiloog: Het woord "noemen" is géén synoniem voor "heten". En je bent superstom als je dat wél denkt.
~ Bekeken: 36 × | TOP | THUIS | TERUG
Heb je een flater begaan waar we mee mogen lachen? Of iemand die je kent? Heb je een verspreking gebruikt of gehoord? Kan je een twist in de verhaallijn bedenken? Mail je inbreng, zodat we het met plezier in Dagelijkse Zeep verwerken!